Verklarende woordenlijst Werkplekverlichting
• Taakgebied
Het gedeelte van de werkplek waar de visuele taak wordt uitgevoerd. In ruimten waar de grootte en/of de plaats van het taakgebeid niet bekend is, moet als taakgebied het gebied genomen worden waar de oogtaak kan worden verricht.
• Directe omgeving
Een zone met een breedte van tenminste 0,5 m die het taakgebied binnen het gezichtsveld omgeeft.
• Achtergrondgebied
Een gebied van 3 meter breed rondom de directe omgeving, binnen de grenzen van de ruimte
• Praktijkverlichtingssterkte ( m)
De laagst toelaatbare waarde van de gemiddelde verlichtingssterkte op het gespecificeerde oppervlak.
• Gemiddelde cilindrische verlichtingssterkte ( z)
Deze kan benaderd worden door het gemiddelde te nemen van de verticale verlichtingssterkte in één punt in de vier orthogonale ruimte richtingen.
• UGR-waarde: Unified Glare Rating
UGR is de mate van de totale directe verblindinghinder, veroorzaakt door alle armaturen van de verlichtingsinstallatie.
• Onbehaaglijke verblinding
De mate van onbehaaglijke verblinding, die rechtstreeks veroorzaakt wordt door de armaturen van een verlichtingsinstallatie, moet worden vastgesteld met behulp van de tabel uit de CIE Unified Glare Rating (UGR) methode; de waarden in de tabel zijn berekend met de formule.
• Kleurweergave-index
Deze geeft de betrouwbaarheid van de kleurweergave aan. Symbool: Ra maximaal 100. Naarmate de Ra hoger ligt is de kleurweergave beter. Vergelijking heeft alleen zin voor lampen met (nagenoeg) dezelfde kleurtemperatuur.
• Kleurtemperatuur
Deze bepaald in hoge mate de visuele indruk van de verlichte ruimte. Licht met een lage kleurtemperatuur maakt een warmere indruk dan licht met een hoge kleurtemperatuur. Wordt uitgedrukt in Kelvin (K).We onderscheiden vier categorieën:
– extra warmwit (tot 2900K),
– warmwit (2900-3000K),
– neutraal wit (3300-4000K)
– koelwit (5000K en hoger).
• Gelijkmatigheid
Verhouding van de minimale tot de gemiddelde verlichtingssterkte op het oppervlak.
• Lux
De standaard eenheid van verlichtingssterkte van een oppervlak dat verlicht wordt. Eén Lux is één lumen per vierkante meter.
• Lichtstroom (eenheid: Lumen)
De totale lichtopbrengst die wordt uitgestraald door een lichtbron. Ook de totale hoeveelheid licht die op een werkplek valt. De lichtopbrengst van een lichtbron wordt gemeten in lumen.
• Gereflecteerde verblinding
Verblinding door weerkaatsing van het licht.
• Luminantie (eenheid: cd/m2)
De lichtintensiteit per vierkante meter schijnbaar oppervlak van de lichtbron, armatuur of verlicht oppervlak. Als een oppervlak wordt verlicht, is de luminantie afhankelijk van zowel het verlichtingsniveau als de reflectie-eigenschap van het oppervlak zelf.